De stroomvoorziening van een automatische poort is een cruciaal aspect voor een optimale en veilige werking ervan. Het kiezen van de juiste intensiteit is essentieel om overbelasting te voorkomen en de levensduur van het systeem te garanderen. Dit artikel behandelt de verschillende aspecten waarmee rekening moet worden gehouden bij het bepalen van de minimaal vereiste intensiteit voor een elektrische poort, waarbij rekening wordt gehouden met de keuze van de motor, de noodzakelijke spanning en de te volgen normatieve voorzorgsmaatregelen.
Motorkeuze en impact op elektrische intensiteit
De keuze van de motor is essentieel bij het bepalen van de vereiste elektrische intensiteit. Motoren met een laag energieverbruik hebben over het algemeen de voorkeur om de impact op het binnenlandse elektriciteitsnetwerk te minimaliseren. Het is echter van cruciaal belang om het motorvermogen, uitgedrukt in watt (W), te kennen, omdat dit rechtstreeks van invloed is op de gevraagde intensiteit (ampère, A). Een krachtigere motor zal inderdaad een hogere stroom vereisen. Het wordt aanbevolen om de technische specificaties van de geselecteerde motor te evalueren om de elektrische belasting die deze in het systeem zal introduceren te bepalen.
Naleving van elektrische normen en keuze van stroomonderbreker
Norm C 15-100 regelt de elektrische installatie van automatische poorten in Frankrijk. Deze norm schrijft voor dat het circuit dat de poort voedt, een differentiële stroomonderbreker van 30 mA met een vermogen van 16 A moet bevatten om te beschermen tegen kortsluiting en overstroom. Deze keuze voor een stroomonderbreker helpt elektrische risico’s te voorkomen en de goede werking van de poort te garanderen. Het is daarom essentieel om ervoor te zorgen dat elke installatie aan deze voorschriften voldoet om elektrische problemen te voorkomen en de veiligheid te garanderen.
Poortspanning en voedingsmethoden
Elektrische poorten kunnen op verschillende spanningen werken, waarvan de meest voorkomende 24 V voor laagspanning en 230 V voor huishoudelijke spanningen zijn. De gekozen bedrijfsspanning heeft ook invloed op de keuze van de intensiteit. Een 24 V-systeem verbruikt bijvoorbeeld doorgaans minder versterkers dan een 230 V-systeem voor hetzelfde motorvermogen. Het is daarom belangrijk om rekening te houden met het type stroomvoorziening (zonne-energie of elektriciteitsnet) en of er een omvormer of adapter nodig is om de uitgangsspanning aan te passen.
Installatievereisten en praktische aanbevelingen
Het wordt aanbevolen om vanaf het hoofdpaneel een speciale elektrische leiding te voorzien om de poort van stroom te voorzien. Het gebruik van een kabel van het type U1000 R2V wordt vaak aanbevolen om de veiligheid en prestaties van de installatie te garanderen. Als laagspanningsmotoren worden gebruikt (12 of 24 V), kunnen de lijnen langer zijn zonder noemenswaardig verlies, op voorwaarde dat de minimale kabeldoorsnede wordt gerespecteerd om spanningsverlies te voorkomen.
Impact van elektriciteitsverbruik op intensiteit
Er moet rekening gehouden worden met het totale elektriciteitsverbruik van een automatische poort, inclusief de motor en accessoires (verlichting, intercom, enz.). Een voorlopige inschatting van dit verbruik maakt het mogelijk om te bepalen of de beschikbare intensiteit voldoende is of dat aanpassingen aan het elektrisch paneel nodig zijn. Fabrikanten geven vaak indicaties over het gemiddelde verbruik van systemen om gebruikers te begeleiden bij hun keuze.